Dit is nou een goed recept om in een grotere hoeveelheid te maken. Het is simpel en kan bijna niet mislukken. Het bevat weinig (en goedkope) ingrediënten maar smaakt niet zo. Door de combinatie van de komijn- en mosterdzaadjes met de kokosmelk, krijgt de dahl een genereuze mild-volle smaak, die je nog iets op kunt peppen met een schepje sambal.

Ideaal om te maken als je volledige vriendengroep komt eten (serveer met rijst en een groentencurry) maar ook om in delen in te vriezen voor als je een keertje laat thuis komt. Het is trouwens ook heel lekker op een boterham met wat chutney. Of je lengt ‘m wat aan met bouillon en je hebt linzensoep. Kortom, mogelijkheden te over.

Ingrediënten
(verdubbel de hoeveelheden als je een grote voorraad dahl wilt maken)

• 400 ml kokosmelk
• 400 ml rode linzen
• 800 ml water
• 2 eetlepels olie
• 1 eetlepel komijnzaad
• 1 eetlepel mosterdzaad
• 1 eetlepel sambal
• Scheutje shoyu naar smaak

Bereiding
Verhit de 2 eetlepels olie in een grote pan op een middelhoog vuur. Voeg de komijn- en mosterdzaadjes toe. Als ze beginnen te springen in de pan, giet je de kokosmelk en het water erbij. Voeg dan de linzen toe en roer even. Breng aan de kook en zet het vuur op z’n laagst. Laat in ieder geval een half uur pruttelen met de deksel op de pan. Houd in de gaten of je eventueel water toe moet voegen.

Als je de linzen niet meer in het mengsel ziet (als ze dus helemaal uit elkaar gevallen zijn), kan je de pan van het vuur halen. Breng op smaak met sambal en shoyu.