Aardappeltjes uit de oven. Een van m’n lievelings. Er is voor mij maar een manier dat ze echt heerlijk zijn: zacht romig van binnen en met een goud knapperig laagje aan de buitenkant. En dan zijn er vervolgens heel veel manieren dat ze een beetje teleurstellend uitpakken: als ze maar niet gaar worden, of heel droog, of juist helemaal zompig-geel-glibberig van de olie.

Het was voor mij een lange zoektocht naar het geheim dat dit goudbruine korstje garandeert. Het geheim achter de perfecte aardappel uit de oven.

Ingrediënten:

• Iets kruimige aardappels, geschild en gehalveerd
• Olijfolie
• Ongeraffineerd zeezout
• Eventueel verse knoflook, verse tijm en/of verse rozemarijn

Bereiding:

Verwarm de oven op 190 graden. Spoel het zetmeel van de aardappelen en doe ze in een grote pan met genoeg koud water. Breng het water aan de kook. Als het water kookt, laat de aardappelen 6 minuten koken. Giet ze vervolgens af in een vergiet en laat ze uitstomen. En nu komt het.. Het geheim achter het gouden korstje: schud de aardappelen in het vergiet heen en weer. Zo wordt de buitenkant van aardappels een beetje geschuurd en ruw.

Doe ze nu in een ovenschotel of braadslee. Giet olie en sprenkel zout over de aardappels. Schud ze nog even door elkaar, zodat alle olie en zout goed verdeeld wordt, en doe ze in de oven. Na 30 minuten kun je smaakmakers als tenen knoflook (in hun schil, anders verbranden ze!), verse tijm en verse rozemarijn.

Doe de aardappels vervolgens weer terug in de oven en laat ze in 40 tot 60 minuten goudbruin worden.

Tussendoor wellicht nog even checken en husselen, zodat alle kanten mooi knapperig worden.